Familie: Formicinae
Soort: Camponotus
Voedsel: Zowel dierlijk voedsel als honing/suikerwater.
Verspreidingsgebied: Midden-Europa. Zonnige open plekken in loof of gemixte bossen.
Gynes: Monogyn
Winterslaap: Oktober tot maart. Deze soort kent een endogeen ritme en zal zich weinig aantrekken van de omstandigheden in het nest.
Bruidsvluchten: Begin mei tot einde juni. Gemiddeld zo`n 3 tot 1,5 uur voor de zonsondergang bij zo`n 21-27 graden.
Lichaamsgrootte:
Gyne: ca. 16-18 mm
Werksters: ca. 6-14 mm
Mannetjes: ca. 8-12 mm
Uiterlijk: Glanzend lichaam waarbij de kop en het achterste deel van het gaster zwart gekleurd is, de thorax en het voorste deel is roodbruin.
Bijzonderheden: Er zijn gevallen bekend waarbij de mannetjes helpen bij het verzorgen van het broed.